Procedure Verlaten Schip binnenwater

  • Detectie / waarneming van de situatie: informeer de schipper.
  • De schipper schat de situatie in en geeft een algemeen alarm.
  • Alle blusmiddelen, reddingsmiddelen en warm-houd-pakken aan dek.
  • De schipper geeft opdracht om het schip zo snel mogelijk naar de kant te sturen.
  • De schipper geeft opdracht om via de VHF de situatie door te geven aan verkeerspost en aan de overige scheepvaart.
  • Na algemeen alarm verzamelen aan dek, waarna de schipper controleert of iedereen aanwezig is.
  • Ieder trekt een reddingsvest aan.
  • De schipper geeft opdracht om de communicatie middelen (portable VHF / GSM) mee te nemen.
  • De schipper geeft opdracht voor de evacuatie.

Opmerkingen:

Op de binnenwateren gebeurt een melding via het blokkanaal, brug- of sluiskanaal of kanaal 10.
Op het IJsselmeer gebeurt de melding op kanaal op kanaal 16 of op kanaal 1.
Op de Waddenzee gebeurt de melding op kanaal 16.
Bij alarmering heeft de afwikkeling plaats via kanaal 16 en de communicatie ter plaatse via kanaal 67.
Telefoon Kustwachtcentrum: 0900 – 0111

Toelichting Procedure Verlaten Schip

Ten gevolge van bijvoorbeeld een aanvaring, lekraken of brand aan boord kunnen zich situaties voordoen dat de noodzaak ontstaat dat men het schip moet verlaten.
Zolang het schip nog voldoende drijfvermogen, voldoende stabiliteit en accommodatie heeft of nog niet geheel in lichterlaaie staat moet alles gedaan worden om het schip te behouden; het eigen schip, hoe onttakeld ook, is de beste reddingsboot.
Daarom moet eerst alle aandacht gericht worden op het scheepsbehoud.
Pas als dit werkelijk niet meer mogelijk is, moet men het schip verlaten en wordt het een kwestie van lijfsbehoud.
Hulpmiddelen bij het beperken van de nadelige gevolgen van een ongeval zijn:

  • Kennis van de bergplaats van reddings- en veiligheidsmiddelen
  • Kennis van de symbolen die aangebracht zijn op de bergplaatsen
  • Kennis van de procedure verlaten schip
  • Het gebruik van de middelen regelmatig in de praktijk beoefenen.

Een geoefende bemanning is in staat de nadelige gevolgen van het verlaten van het schip rustig, zonder overmatige angst en zonder stuntwerk te bestrijden.

Risico’s:

De risico’s die zich voordoen bij het verlaten van het schip zijn kans op verdrinking, onderkoeling of insluiting aan boord.

Hoe de risico’s te voorkomen, te verkleinen en te bestrijden:

Om deze risico’s zo aanvaardbaar mogelijk te houden is het noodzakelijk deze te onderkennen.
Men moet bekend zijn met:

  • De procedures aan boord
  • Het gebruik van de reddingsmiddelen
  • De veiligheidsmiddelen.

Het regelmatig oefenen van de procedures met de veiligheidsmiddelen zal de kans op te overleven vergroten. Door een juist gebruik van alle middelen die ons ter beschikking staan zal de kans op verdrinking of onderkoeling verkleinen.
Daartoe moet men weten welke middelen men tot zijn beschikking heeft en waar deze middelen zich bevinden en hoe men met deze middelen dient om te gaan.

Het algemeen alarm

Het algemeen alarm wordt gegeven door het indrukken van de rode knop onder het kasteel.
Na elk ingeschakeld algemeen alarm worden zo veel mogelijk reddingsmiddelen, warm-houd-pakken en blusmiddelen aan dek gebracht.
Bij het horen van het algemeen alarm trekt iedere opvarende zijn/haar reddingsvest aan en gaat aan dek.

Opsomming van de middelen:

Marifoon / VHF:

Het meest efficiënte en betrouwbare communicatiemiddel is de radio VHF, omdat het mogelijk is om contact te maken met redders over grote afstand. Het vast ingebouwde systeem aan boord heeft bij gebruikmaking van hoog vermogen een bereik van 30 tot 60 mijl, afhankelijk van de weersomstandigheden en de antennehoogte.
Het VHF systeem is niet permanent geïnstalleerd in een reddingsvlot. In een noodsituatie dient dus altijd een portable VHF te worden meegenomen. De reikwijdte is beperkt, evenals de capaciteit van de batterijen.
In geval van nood moet op VHF kanaal 16 een noodbericht worden uitgezonden.

De procedure is als volgt:

Mayday mayday mayday

this is “KAMPER KOGGE” PAPA CHARLIE FIVE TWO THREE SIX ( 3 x )

mayday

this is “KAMPER KOGGE” PAPA CHARLIE FIVE TWO THREE SIX ( 1 x )

position ……… °N ………… °E

what is wrong

kind of assistance

number of crew

other info

over

Noodseinmiddelen:

Ze behoren tot de inventaris van de Kamper Kogge en zijn tevens een onderdeel van de noodinventaris aan boord van het overlevingsvlot.
Zij kunnen een belangrijke rol hebben in het lokaliseren van mensen in nood.
Waarschuwing: met alle noodseinmiddelen moet voorzichtig worden omgegaan. Bij verkeerd gebruik ontstaan levensgevaarlijke situaties. Omdat er een grote verscheidenheid aan types en fabrikanten is het raadzaam om altijd eerst de gebruiksaanwijzing te lezen. Om fouten te voorkomen is de gebruiksaanwijzing bovendien d.m.v. afbeeldingen op de middelen zelf aangebracht.
Gebruik de noodseinmiddelen altijd met uw rug naar de wind gekeerd !

Vuurpijl: Wordt gebruikt om aandacht te trekken over grote afstand, dag en nacht met helder weer 30 tot 40 mijl. Gebruik deze pijlen nooit in de buurt van helikopters. Zij kunnen hierdoor ernstig beschadigen en daardoor uw overlevingstijd in gevaar brengen

Handstakellicht: Wordt gebruikt om over korte afstand de aandacht te trekken, dag en nacht met helder weer 6 mijl. Kijk nooit langere tijd naar het licht. Het is dusdanig fel dat u enige tijd verblind zult zijn lasogen.

Radarreflector:

De radarreflector zorgt, tenzij goed gemonteerd, voor een duidelijk herkenbaar signaal op elk radarscherm dat actief is.

Overlevingsvlot:

Aan boord van Kamper Kogge bevindt zich één werpvlot op het kasteel en/of voor de mast.
Vanaf het vlot in de container moet een lijn zijn bevestigd aan een vast punt op het schip. Deze lijn zit standaard opgeschoten in de vlotcontainer en is bevestigd aan het activeringsmechanisme wat op de CO2 fles is bevestigd aan het vlot.
Raadpleeg de handleiding voor het systeem om het vlot te activeren.
Zorg altijd dat het vlot krachtig en volledig wordt geactiveerd om ijsvorming door het ontsnappende CO2 te voorkomen. De containerschalen zullen openspringen doordat het vlot uitzet.
Bij het lanceren van het overlevingsvlot rekening houden met:

  • bij voorkeur lanceren aan de lijzijde
  • is er sprake van een brandsituatie
  • is er sprake van een brandend wateroppervlak
  • slagzij
  • is de vanglijn bevestigd aan het schip
  • wind en stroming.

Verwijder alvorens aan boord van het vlot te gaan alle scherpe voorwerpen, gereedschappen, messen e.d. om te voorkomen dat het vlot direct beschadigd raakt. Maak gebruik van de touwladder. Op deze manier blijft men droog.

Niet in het vlot springen om de volgende redenen:

  • De containerschalen die in eerste instantie onder het vlot kunnen blijven drijven kunnen mensen verwonden
  • De kans bestaat dat men het vlot beschadigt wanneer men erin springt
  • Voor de al in het vlot aanwezige mensen is een sprong levensgevaarlijk.

Volgorde van de te nemen stappen:

  • Controleer of de vanglijn goed is bevestigd aan het schip
  • Controleer of alles vrij is alvorens het vlot te lanceren
  • Als het vlot te water ligt, het vlot door het uittrekken van de vanglijn openen
  • Het vlot naar het schip toe trekken en in het vlot plaats nemen

Direct na de evacuatie:

  • Controleren of iedereen aanwezig is
  • Zijn er nog andere overlevenden
  • Snij vanglijn zo hoog mogelijk door
  • Verlaat het gevaar gebied
  • Vloer droogmaken
  • Iedereen de sandwich-positie (oksels/voeten) laten innemen
  • Moreel proberen hoog te houden