Juryrapport-nominaties-gouden-kalveren

Lampje

Iris Otten, Nathalie van der Burg, Mieke de Jong, Margien Rogaar

“Deze jeugdserie dompelt de kijker onder in een sprookjesachtige wereld van dreigende kliffen, een rotsachtig strand met een vuurtoren, een eeuwenoud dorp, een groot landhuis en een bonte kermis. De production design en de styling zijn subliem. Het huis, de vuurtoren, de kruidenier in het dorp en de kermis zijn prachtig vormgegeven en de kleding, inclusief de hulpstukken voor de vuurtorenwachter en de vissenstaart, is doorleefd en smaakvol. Het camerawerk is dicht op de huid en toont daarmee de kwaliteit van de production design en de styling. Debutant Lotte Jonker zet de rol van Lampje meer dan overtuigend neer. Lampje is een moedig meisje. Nadat ze haar vader heeft moeten achterlaten in de vuurtoren, werkt Lampje in het grote huis, waar ze er vaak alleen voor staat en de strijd met een monster aangaat. Steun krijgt ze af en toe door de gesprekken met haar overleden moeder. Ze weet zich omringd door kermisklanten en fantasyfiguren, die er anders uitzien of zich anders gedragen en er niet bij horen. Inclusiviteit en rouw zijn thema’s die terugkomen in dit af en toe grimmige, maar ook betoverende sprookje.”

De Kamper Kogge was in 2021 in deel 4 een belangrijk onderdeel.

Noodreparatie

Afgelopen maandag op een krib gevaren in de IJssel.

Gevolg: behoorlijke lekkage en een noodreparatie met eikenhout en een plaat koper bij scheepswerf Hoekman op Urk. Gelukkig was – naast een ploeg vrijwilligers – ook Kees Sars (Sars Houtbouw) direct beschikbaar om mee te helpen, Vandaag, woensdag 20 september 2023, konden we de helling op en morgen zal hij met Jur en Gerrit de Kogge weer waterdicht maken. Vrijdag 22 september 2023 gelukkig weer terug naar Kampen. In 2024 moet dan bij een langere werfbeurt de definitieve reparatie (vervangen van 3 meter gang) en andere werkzaamheden gebeuren.

Enkele foto’s van Kees Sars (Sars Houtbouw):

Redders evacueren 35 passagiers van Ubena von Bremen.

Duitse redders hebben 31 augustus 35 opvarenden geëvacueerd van de replica van de 14e-eeuwse Hanzekogge (23 x 7,60 meter) Ubena von Bremen. Daarbij kregen de redders hulp van het passagiersschip Geestemünde, de waterpolitie van Bremen en de boeienlegger Nordergründe van het WSA.

Willem de NietBremen, 06 september 2023, 07:34

De reddingsactie voor de op stenen vastgelopen hanzekogge replica Ubena von Bremen. Foto Die Seenotretter-DGzRS

Het incident had plaats op de Buiten-Weser. De kapitein van de kogge was overvallen door de snelheid waarmee het water bij eb daalde, waardoor het schip kwam vast te zitten op een verzande stenen dam, lek was geraakt en slagzij maakte. Op het alarm rukte de reddingskruiser Hermann Rudolf Meyer uit vanuit Bremerhaven. Ook een patrouilleboot van de waterpolitie ging ter plekke, terwijl het passagiersschip koers wijzigde om te assisteren.

Vanaf de reddingboot en de boeienlegger werden zware dompelpompen overgezet omdat de pomp aan boord van de kogge het instromende water niet aan kon. Intussen werd begonnen met het overzetten van de 35 passagiers op het passagierschip en de reddingboot. Tien bemanningsleden van de kogge bleven aan

boord. De pompcapaciteit was intussen voldoende om het gestrande schip langzaam leeg te pompen. Het lek kon vervolgens provisorisch worden gedicht. De volgende ochtend bij opkomend tij kwam de 130 ton zware houten kogge los en kon op eigen kracht naar Bremerhaven varen. Ze werd naar de Labradorhaven in Bremerhaven begeleid door de reddingskruiser van de DGzRS en de boeienlegger van het WSA.

Terschelling en Kampen 700 jaar bevriend: dat heeft alles met de Brandaris te maken( overgenomen van Omrop Fryslan)

De Brandaris zoals we hem kennen© ANP

Terschelling viert woensdag de 700-jarige verbintenis met de stad Kampen. Want veel mensen weten het niet, maar het eiland en de stad hebben een bijzondere band. Dat heeft alles met de Brandaris te maken.

Kampen en Terschelling staan dit jaar stil bij een overeenkomst die 700 jaar geleden werd gesloten. Er is een speciaal Comité Kampen Terschelling 700 jaar, onder leiding van Barbara Wagenaar-Doeksen en Pieter van der Meer.

Hanzestad Kampen

De viering vindt plaats omdat het eiland de bouw van z’n vuurtoren aan Kampen te danken heeft. Kampen was in de 14e eeuw een belangrijke handelsstad in Nederland. Het stond in directe verbinding met de Zuiderzee, door de ligging aan de monding van de IJssel.

“Kampen was een hele rijke stad”, vertelt Van der Meer van de cultuurhistorische vereniging op Terschelling. “Het had veel zeelieden op het water. Amsterdam was toen nog een vissersplekje, maar Kampen al een grote Handzestad met handel in met name de Oostzee. Ze voeren door het Vlie, tussen Terschelling en Vlieland, naar de Oostzee.”

Aan boord waren vaak haring, textiel of andere handelsgoederen.

Kampen aan de IJssel© ANP

Maar in de middeleeuwen waren er nog geen GPS of goede kaarten. “Ze moesten echt op het oog varen. De Waddenzee is ondiep, je hebt eb en vloed, de vaarweg verandert vaak. Dus ze hadden een goede betonning en een baken nodig om goed te navigeren.”

Vooral de terugreis was lastig en gevaarlijk. Bovendien leken Terschelling en Vlieland veel op elkaar. “Dus een van de twee wilden ze eruit laten steken.” Zo ontstond het idee voor een baken op Terschelling.

De eerste Brandaris was een kerk

Op 28 september 1323 sloot Kampen een verdrag met Terschelling. Daarin werd besloten de zeestraat te beveiligen met tonnen. Kampen kreeg het recht van de hertog om die in het Vlie te leggen. Maar nog belangrijker, er moest ook ‘een voerhuijs oft eijn mercke’ worden gebouwd: een markering om zeelui de weg te wijzen.

Dat werd de eerste vuurtoren, die bekend werd als de Brandaris. “Het is fascinerend dat in de diepe middeleeuwen al zo’n afspraak is gemaakt met Kampen over de aanleg van de betonning en de allereerste vuurtoren”, vindt Van der Meer.

De Brandaris op een kaart van Willem Janszoon Blaeu, 1581-1638© Rijksmuseum | RP-P-OB-101.988

De Kampenaren betaalden mee, maar leverden ook stenen en balken. Als dank mochten ze gratis voor anker leggen. Aanvankelijk was de vuurtoren ook een kerk: de Sint-Brandariuskerk, waarschijnlijk genoemd naar Sint-Brandarius, zoals West-Terschelling vroeger ook wel werd genoemd.

Maar de kerk was een kort leven beschoren. “Hij stond dicht bij de zee en door de stroming is-ie rond 1570 in zee gestort. Pas daarna is de huidige Brandaris gebouwd”, vertelt Van der Meer.

Dit baken was er in de vroege middeleeuwen nog niet© ANP

De bouw heeft jaren geduurd, omdat ook een aanzet tot een nieuwe toren in elkaar stortte. De huidige Brandaris was pas in 1594 klaar. Men maakte gebruik van lantaarns. Het is de oudste als vuurtoren gebouwde toren van het land, zo’n 54 meter hoog. Op de gevel kwam een plaquette met de tekst: “Tot waarschouwinge aller seevarende die God behoede.”

Op de huidige Brandaris is nog een andere gedenksteen te vinden, die in 1994 is aangeboden door Kampen bij het 400-jarig bestaan van de vuurtoren.

Jubileumreis

Aanstaande woensdag is er een speciale jubileumreis. “Er komt een historische lezing door Kampenaar Cor Adema, die weet veel over de geschiedenis van Kampen en Terschelling. Wij doen een wandeling door de stad Kampen en wij brengen een bezoek aan de koggewerf. Want de kogge was het type schip dat in die tijd over zee naar de Oostzee voer.”

Het programma moet wat meer bekendheid aan de geschiedenis geven. “Het is heel bijzonder dat in die tijd al zo’n afspraak is gemaakt, maar op scholen wordt er niet over verteld en in musea is niet veel informatie te vinden. Dus dat is ook reden voor ons om hier aandacht aan te geven”, vertelt Van der Meer.

De vuurtoren van Terschelling is een begrip in heel Nederland© ANP

De vuurtoren was bepalend voor Terschelling, zegt Van der Meer. “Het was een erkenning van het eiland, het bracht handel en de gevolgen zie je nog steeds. Het varen op zee werd bijvoorbeeld van belang. Uiteindelijk is daarmee ook de zeevaartschool een product van wat 700 jaar geleden is afgesproken.”

Geslaagde probeersels met bonnetten en neuringlijn

Tijdens de tocht naar Den Helder Sail experimenteerden we met een nieuwe werkwijze bij het anker ophalen en het verkleinen van het zeil.

We lagen een dagje verwaaid in Enkhuizen en besteedden deze tijd door de ankerlijn om de vijf meter van merktekens te voorzien.
Bij het binnenhalen van het anker werkten we al met een takel aan de ra, dit werkt goed, maar is omslachtig.
Begin juli, op de terugreis van ons bezoek aan Den Helder, trainden we met het ophalen van het anker met de neuringlijn. We lieten de lijn bij deze manoeuvre voor de kop van het schip staan en varieerden met de dikte van de neuringlijn. Deze anker-op-manoeuvre was goed te doen met drie bemanningsleden.

Zeil verkleinen (reven)
Oorspronkelijk wordt het zeil op een kogge verkleind door één of twee bonnetten van de onderkant van het schoverzeil te verwijderen en deze er later weer aan te zetten. Een tijdrovende klus, want het hele zeil wordt daarvoor een aantal meters met de ra naar beneden gelaten en vraagt inzet van het grootste deel van de bemanning.
We hebben nu geëxperimenteerd met het steken van een rif. Door de ra een stukje te laten zakken en daarna de schoot en hals omhoog te verplaatsen naar de eerste verbinding in het bonnet. Hiermee ontstaat een ‘rif’ en konden we met behulp van de gordingen en geilijnen het overtollige doek bij elkaar binden. Deze klus is in de haven gedaan en onderweg uitgevoerd. Het resultaat is zonder meer bevredigend. Het zeil weer naar volle grote brengen was binnen 10 minuten geklaard. Het zou wel mooi zijn om een aantal extra grommers in het zeil aan te brengen, zodat we het rif netter kunnen steken.